Elke keer dat je tegen jezelf zegt: “Ik doe het morgen wel.” …en je doet het vervolgens niet, ben je letterlijk je eigen geloofwaardigheid aan het afbreken.
Niet figuurlijk. Niet overdreven. Gewoon, neurologisch. In je hersenen. Je brein leert: “Wat jij zegt, neem ik niet serieus.”
En dat is een probleem.
Want om dingen voor elkaar te krijgen (of het nou gaat om werk, gezondheid, relaties of gewoon rust in je kop) moet je brein jou ‘kunnen vertrouwen’.
Hoe het werkt
Er zit een stukje in je brein dat verantwoordelijk is voor het maken én uitvoeren van plannen: de prefrontale cortex. Elke keer dat jij zegt “ik ga dit doen” en je komt je afspraak met jezelf na, versterk je daar de verbindingen tussen intentie en actie.
Je bouwt letterlijk aan je zelfvertrouwen. Aan je vermogen om op jezelf te kunnen rekenen. Niet met grote beloftes. Maar met kleine daden.
Begin klein. Belachelijk klein.
Laat “ik ruim de hele keuken op” los. Zeg gewoon: “Na het ontbijt veeg ik het aanrecht af.”
Geen 5K hardlopen? Prima. Loop naar de brievenbus. En terug.
Niet om indruk te maken. Niet om af te vinken.
Maar om dat ene signaal te geven aan je brein: “Kijk, ik doe wat ik zeg.”
Elke kleine actie telt
Elke micro-afspraak die je wél nakomt, vertelt je brein: “Ik ben iemand die het afmaakt.”
En dat is alles wat je nodig hebt om weer in beweging te komen. Geen motivatievideo’s. Geen perfecte planning. Gewoon een klein begin. Vandaag nog.
Dus wat nu?
Kies één ding. Eén klein iets dat je vandaag belooft aan jezelf, en dan ook echt doet.
Niet morgen. Niet straks. Vandaag. Nu.
Want je brein onthoudt wat je doet. Niet wat je zegt.
Wacht niet op motivatie. Bouw vertrouwen. Eén micro-afspraak tegelijk.
Dat is hoe je verandert. Van binnenuit.